Elk jaar in april, de vierde zondag van de Paastijd - nee, niet de vierde zondag ná Pasen, de Paastijd duurt tot na Pinksteren, maar liefst vijftig dagen - is het Roepingenzondag. Daar is over na gedacht, want op deze dag wordt het evangelie voorgelezen waarin Jezus wordt voorgesteld als Goede Herder, die Zijn schapen kent, van ze houdt, ze roept. We worden uitgenodigd antwoord te geven op de roeping, die God ons geeft. En een roeping, dat is niet iets ver-weg of buitengewoons; het is niets meer of minder dan jouw weg, jouw taak, jouw opdracht in het leven. Het religieuze leven, het kloosterleven, het priesterschap, maar net zo goed het huwelijk, of het bewust-alleen-beschikbaar-voor-de-mensen leven, dat zijn levensvormen waarin je je roeping vorm kunt geven. En dan heb je ook nog roepingen-binnen-een-roeping. Als je van iets kunt zeggen "dit is zeg maar mijn ding" - dan weet je al een beetje wat God van je vraagt! Maak je er je levensopdracht van? Dan geef je antwoord op